2024
Als je een grote paardenweide hebt, kan het interessant zijn om dit te hooien. Bijvoorbeeld om je paarden in de winterperiode ruwvoer van eigen weiland te voeren. Waar je rekening mee moet houden om een optimale oogst te krijgen, lichten wij in dit blog verder toe.
De vereisten om te hooien
- Is het interessant? Het laten hooien van (een gedeelte van) de paardenweide is vooral interessant als je veel gras hebt en je paarden niet alles op eten in het weideseizoen. Ook kan hooien van een weide interessant zijn als er een worminfectie op de weide is. Door het gras te maaien en te hooien kun je de infectiedruk verlagen. De wormeieren en -larven worden blootgesteld aan UV-stralen, waardoor ze niet kunnen overleven. Ook is de uiteindelijke hooibaal geen geschikte leefomgeving voor de wormeieren- en larven. Hier zullen ze ook niet in overleven.
- Is er genoeg ruimte? Om te kunnen hooien is het belangrijk dat je weide toegankelijk en groot genoeg is voor een trekker en maaier. Deze combinaties moeten goed rond kunnen rijden en door alle doorgangen kunnen. Overleg met je loonwerker of de boer die maait of er voldoende ruimte is om te hooien.
- Is de weide kwalitatief genoeg? Natuurlijk wil je dat het hooi van de weide van goede kwaliteit is, zodat je je paarden goed en gezond kunt voeren. Er mogen dus geen tekorten of overschotten van bepaalde mineralen aanwezig zijn. Dit beïnvloed o.a. het suikergehalte van het gras. Regelmatig bemesten met de juiste meststof zorgt ervoor dat je de bodem en het gras van voldoende voedingsstoffen voorziet. Met VITALstyle WeideMest zorg je voor een evenwichtige groei van gras met een laag fructaangehalte. De unieke mix van bacteriën, schimmels en protozoa zorgen voor een gezond bodemleven en sterke weide.
Ook het soort gras dat in de weide staat bepaald de voedingswaarde en kwaliteit van je hooi. VITALstyle WeideGraszaad bevat een mengsel van 7 soorten graszaden die uiterst geschikt zijn voor paarden!
Voorbereiden hooiland
Voorafgaande aan het maaien is het belangrijk dat er geen giftige plantensoorten in de paardenweide staan. Voorbeelden van veelvoorkomende giftige planten zijn: Jacobskruiskruid, esdoorn zaailingen, herfsttijloos en vingerhoedskruid. Zorg ervoor dat deze giftige planten uit je weide verwijderd zijn voordat de weide gemaaid en gehooid wordt, zodat het niet terug te vinden is in het uiteindelijke hooi. Sommige plantensoorten zijn gedroogd niet giftig voor paarden. In dat geval kun je er voor kiezen deze te laten staan.
Heb je veel molshopen in de paardenweide? Maak deze plat voordat het land gemaaid en gehooid wordt. Hoge molshopen kunnen er namelijk voor zorgen dat er teveel vervuiling van zand in het hooi komt, wat kan resulteren in een boterzuurinfectie in het (verpakte) hooi. De platgemaakte molshopen kun je vervolgens weer gebruiken als zaaibedjes voor gras, weidekruiden of weidebloemen!
Aantal snedes en moment van maaien
Vaak wordt gezegd dat de eerste snede niet geschikt is voor paarden. Dit is niet helemaal waar, het ligt er namelijk aan wanneer die eerste snede gemaaid wordt. In productief grasland is dit eind april, deze snede is inderdaad niet geschikt voor paarden door het hoge suiker-, eiwit- en energiegehalte. In totaal komen er van hoogproductieve weides wel vijf of zes snedes kuilvoer als het weer meezit. In armer hooiland dat geschikter is voor paarden wordt de eerste snede vaak pas na half juni gemaaid, dit is wel een geschikte eerste snede voor paarden. De grasplanten hebben alle fructaan gebruikt om te groeien en bevatten daarom een laag suikergehalte. In totaal zijn er dan ook vaak maar één of twee snedes in een jaar.
Het verkrijgen van kwalitatief onverpakt hooi dat geschikt is voor paarden kan eigenlijk alleen in een beperkte periode van het jaar. In sommige situaties lukt het zelfs helemaal niet. De weersomstandigheden moeten namelijk optimaal zijn:
- Minimaal zes dagen droog weer
- Voldoende hoge dag- en nachttemperatuur (in de nacht moet er niet teveel dauw op het gras komen)
- Voldoende zonuren
Deze weersomstandigheden zorgen ervoor dat het gras goed wordt gedroogd. In Nederland zullen deze weersomstandigheden voornamelijk vanaf midden juni t/m augustus optimaal zijn. Wanneer je in deze periode hooit, zal het hooi een droge stof percentage van minimaal 80% hebben. Hoe hoger het droge stof gehalte, hoe minder kans op schimmelvorming en bacteriegroei in het hooi.
Voordroog, oftewel kuil, is gedroogd gras met een lager droge stof percentage (tussen de 60% en 80%) wat in plastic wordt gewikkeld. Voordroog maken kan dus met iets minder warm weer, en moet iets korter op het land liggen dan hooi.
Maaien
Op het moment dat de weersvoorspelling goed lijken kun je het gras maaien.
- Maai het liefst voor 10:00 uur ’s ochtends. Het fructaangehalte in het gras is dan laag, waardoor je uiteindelijke hooi ook een zo laag mogelijk suikergehalte zal hebben. Let er wel op dat de dauw van het land af is.
- Maai op ongeveer 8 cm hoogte. Bij kruidenrijk grasland kan dit het beste op minimaal 10 cm hoogte zijn. Dit zorgt ervoor dat je boven het groeipunt van het gras maait en de planten opnieuw kunnen groeien.
- Maai met oog voor de natuur, dit houdt in dat je controleert of er geen hazen of ree kalveren liggen in het land. Vooral langs bosranden kan het zo zijn dat de reeën ’s ochtends de reekalveren achterlaten. Om dit te voorkomen kun je het beste de avond voorafgaande aan het maaien prikpaaltjes met wapperend lint op verschillende plekken langs de bosrand zetten. Door deze verandering laten de reeën de kalveren dan niet in de paardenweide achter en kun je rustig maaien. Door van binnen naar buiten te maaien kan eventueel wild ook beter ontsnappen.
Schudden en drogen
Het gemaaide gras moet vervolgens ongeveer één tot drie keer per dag geschud worden (afhankelijk van het weer). De bedoeling is dat het liggende gewas gekeerd wordt zodat alles gelijkmatig kan drogen. Het is niet de bedoeling dat het gras zo hard geschud wordt dat de stengels en blad kapot geslagen worden en het hooi de structuur verliest. Zorg er dus voor dat er langzaam gereden wordt en de schudder niet teveel toeren draait. Herhaal dit totdat het hooi voldoende droog is (als je zelf niet zeker weet of het hooi droog genoeg is, kan een boer of loonwerker dit het beste voor je beoordelen).
Hierna kan het hooi in balen geperst worden en moeten deze minimaal 6 weken liggen voordat het gevoerd kan worden. Laat vlak voordat je het hooi wil voeren de kwaliteit testen. Laat altijd het energie-, eiwit- en suikergehalte analyseren om te controleren of het hooi geschikt is voor paarden. Bij overschotten of tekorten kun je hier rekening mee houden in het complete voermanagement.
Na het hooien
Als de weersomstandigheden direct na het hooien nog heel droog zijn, is het aan te raden om de paardenweide een keer te beregenen. Uit de open gesneden stengel van het gras verdampt veel water bij warme temperaturen, terwijl de jonge aangroei van gras juist veel water nodig heeft. Wel hangt de noodzaak van het beregenen o.a. af van de grondsoort van je paardenweide. Kleigrond houdt bijvoorbeeld beter vocht vast dan zandgrond! Dan zal het sneller nodig zijn om te beregenen.
Na het hooien is het verstandig om direct een tweede bemesting te doen. Zo bied je de weide direct de voedingsstoffen aan om opnieuw te kunnen groeien. Kale plekken in de weide kun je meteen doorzaaien met een graszaadmengsel dat geschikt is voor paarden, zoals VITALstyle WeideGraszaad.
Geef je weide vervolgens minimaal 6 weken rust. Als het gras en de kruiden weer opnieuw in bloei komen kun je dit laten groeien voor een tweede snede of kun je dit gedeelte beweiden middels strookbegrazing of omweiden.